Het wil maar niet lukken voor Thes Sport. Ondanks de tegenslagen voor T1 Patrick Witters, laat het bestuur duidelijk verstaan ook volgend seizoen nog met de Hammenaar in zee te gaan. Thuis tegen Knokke bleven de Looienaars steken op een 0-0-gelijkspel.
Aan inzet en motivatie kan je Thes Sport niks verwijten. Tegen de kustjongens gaf de thuisploeg praktisch niks weg, maar met pocketspits Adriano Bertaccini op een eiland kon Thes Sport zelf weinig creëren. In een evenwichtige partij waren de kansen schaars. Thes Sport kon dreigen met een omhaal van Bertaccini, maar doelman Dhoest was alert. Aan de overkant kwam Zakari gevaarlijk uit de hoek, maar doelman Valkenaers had een schitterende redding in huis. De meeste dreiging kwam van de thuisploeg, alleen de kansen afwerken blijft het grootste zorgenkind.
Na de rust hetzelfde spelbeeld. Knokke claimde tot drie keer toe een strafschop. Een goed leidende scheidsrechter De Beuckelaer gaf terecht geen krimp en wuifde het protest telkens weg.
?Drie strafschopfases? Niks van gemerkt?, stelt de steeds rechtvaardige kapitein Frederik Spruyt. ?De ref floot een goede partij en waar Knokke die strafschopgevallen vandaan haalt? Het is mij een raadsel. Dit is niet de uitslag waarop we gehoopt hadden?, trapt de centrale verdediger een open deur in. ?Het is al vier maanden geleden dat we nog eens konden winnen. Dat doet pijn. Onlangs hadden we ook een gesprek met de supporters en dat kwam aan bij de groep. Het is niet dat we niet gemotiveerd zijn. Integendeel, we beseffen allemaal dat er dringend punten nodig zijn.?
?Er waren ook positieve noten tegen Knokke, toch de ploeg in vorm van de laatste weken?, vervolgt de 26-jarige Spruyt. ?We toonden grinta en konden de nul houden. Al moeten we natuurlijk ook toegeven dat we te weinig deden met de vijf kansen die we kregen. Anderzijds is elk punt welkom.?
?We mogen niet blijven stilstaan bij deze brilscore. De focus moet richting Dessel Sport. Opnieuw een loodzware opdracht, maar in onze situatie zijn alle wedstrijden aartsmoeilijk. Strijden en onze kop ervoor leggen is de opdracht en hopelijk gaat het dan eens meezitten?, besluit Spruyt.